Regie en draagvlak in de polder

Regie en draagvlak in de polder

Zes provincies en tientallen gemeenten hebben met andere organisaties en bedrijven een agenda opgesteld voor het IJsselmeergebied. Hoe kun je nu op een eigentijdse manier en met zoveel partijen samenhang en ordening organiseren? Waarbij de ruimtelijke kwaliteit en het eigen karakter van zo’n groot gebied overeind blijven staan?

Door Henk Smit en Marieke Verweij

Na de Tweede Wereldoorlog werd de ruimtelijke ordening in Nederland centraal gestuurd, met een duidelijke hiërarchie van rijk via provincies naar gemeenten. Dat heeft gezorgd voor een duidelijke en logische ordening, met bijvoorbeeld het Groene Hart en open gebieden zoals de Waddenzee en het IJsselmeer. Inmiddels neemt de druk op de ruimte toe en stellen bewoners en recreanten steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Met de decentralisering van het ruimtelijk beleid en de komst van de omgevingswet zijn de spelregels sterk veranderd. Er is meer speelruimte voor nieuwe initiatieven en ontwikkelingen, en afwegingen vinden plaats op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau. Dat vergroot de betrokkenheid en houdbaarheid van de oplossingen.

Afwegingen

In het IJsselmeergebied was niemand tevreden over de manier waarop het ruimtelijk beleid functioneerde; het was versnipperd en onsamenhangend. Logisch, want we praten over zes provincies en tientallen gemeenten met elk hun eigen afwegingen over duurzame energieopwekking, verstedelijking, klimaatadaptatie, natuurontwikkeling en recreatie in en langs het open landschap rond het IJsselmeer. Meerdere partijen vroegen om een sterkere sturende macht in de vorm van een IJsselmeercommissaris of gebiedsregisseur. Maar de trekkende partijen van de Agenda IJsselmeergebied 2050, vier provincies en het Rijk, wilden het anders. Ze kozen nadrukkelijk voor een gezamenlijke visie op basis van samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven.

Ontwerpproces

Hoe zijn we tot een model gekomen dat overkoepelende waarden en belangen hoedt en tegelijkertijd voldoende invulling geeft aan lokale behoeften en belangen? Wing werkte tijdens ontwerpende dialogen en het bestuurlijke proces nauw samen met Pieter Veen van Strootman Landschapsarchitecten. Veen schreef en verbeeldde een enthousiasmerend en consistent inhoudelijk verhaal, dat samenhang en overtuigingskracht opleverde. Wing organiseerde en verankerde de samenwerking tussen de verschillende overheden en met stakeholders. De ontwerper vertaalde de ruimtelijke logica van het gebied naar een uitdagende mogelijke toekomst. Tegelijkertijd ontstond er creatieve energie die de partijen inspireerde om er samen voor te gaan. Dit wierp vruchten af. 

Krachten bundelen

Ruim zestig partijen ondertekenden in mei 2018 de intentieverklaring voor de Agenda IJsselmeergebied 2050 , getiteld ‘Krachten bundelen voor het blauwe hart’. In het licht van de gezamenlijke ambities en principes gaan de partijen jaarlijks de ontwikkelingen in het gebied bespreken. De gebiedsagenda, met een uitvoerings-, kennis-en innovatieagenda, geeft richting. Deze aanpak is beter dan instellen van een sturende autoriteit, omdat de keuzes echt gezamenlijk zijn gemaakt en beter worden nageleefd. De agenda berust immers op doelen en principes die alle partijen onderschrijven en op een breed gedragen governance-structuur.

Uitnodiging

Wij zijn ervan overtuigd dat dit model een goede manier is om samenhang en ordening te organiseren. Het nodigt namelijk uit tot een veel intensievere samenwerking tussen de provincies onderling en met het rijk. Dat levert direct winst op. We hopen dan ook dat de deelnemende overheden de agenda spoedig in hun omgevingsvisies opnemen. Bovendien kunnen we deze aanpak gebruiken voor andere “open ruimten van nationaal belang” uit het Kabinetsperspectief NOVI, zoals het Groene Hart, de Veluwe, de kust, de Waddenzee en andere grote wateren. 

Zie ook:

Wing project Agenda IJsselmeergebied 2050 www.agendaijsselmeergebied2050.nl