Natuurinclusieve landbouw in de Noordelijke kleischil

De boeren in de Friese en Groningse kleischil willen toe naar een natuurinclusieve landbouw. Samen met overheden en andere betrokkenen In het gebied hebben ze hiervoor doelen uitgestippeld tot 2050. Wing heeft de totstandkoming van het streefbeeld en actieplan begeleid.

De Noordelijke kleischil loopt grofweg van Harlingen tot Delfzijl en heeft een open landschap met terpen en vruchtbare kleigronden met melkveehouderij en akkerbouw. Het is een belangrijk landbouwgebied in Europa, onder meer door de teelt van pootaardappelen voor de internationale markt. Het is ook één van de acht gebieden uit de Regiodeal Natuurinclusieve Landbouw in Drenthe, Fryslân en Groningen. Bij natuurinclusief boeren is er meer aandacht voor de bodemkwaliteit en de rijkdom aan dier- en plantensoorten, terwijl er tegelijkertijd een goed belegde boterham wordt verdiend.

Ván, vóór en dóór de mensen

De provincies Groningen en Fryslân wilden de doelen en plannen voor natuurinclusieve landbouw in de Noordelijke kleischil vastleggen in een streefbeeld en actieplan. Ze vroegen Wing om de totstandkoming hiervan te begeleiden. Daarbij werkten we nauw samen met de agrarische collectieven Waadrâne, Westergo en Midden-Groningen, LTO-Noord en Fjildlab. Gesprekken met boeren en specifiek ook jonge boeren, natuurverenigingen, nog meer agrarische collectieven, landschapsorganisaties, leveranciers, afnemende bedrijven, kennisinstellingen, burgers en overheden over de toekomst van de landbouw in het gebied, vormden de belangrijkste bron van input. In totaal organiseerde Wing twee rondes van – vanwege corona deels fysieke en deels online – gebiedsbijeenkomsten, waaraan ruim honderd betrokkenen deelnamen.

Het streefbeeld

Aan de hand van de uitkomsten werden het streefbeeld en actieplan opgesteld. Deze bieden handvaten aan boeren en andere gebiedspartners om toe te werken naar een toekomstbestendig landbouw. Een greep uit de plannen:

  • De bodemkwaliteit wordt verbeterd door de inzet van meer natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en organische mest in plaats van chemische middelen en kunstmest.
  • Akkerbouwers en melkveehouders gaan meer samenwerken om mest en veevoergewassen uit te wisselen.
  • In 2030 zorgt 1200 kilometer aan bloemrijke akkerranden en bermen voor meer biodiversiteit in het gebied.
  • Op school krijgen kinderen voorlichting over waar voedsel vandaan komt en hoe het gemaakt wordt.
  • Dankzij zoetwateropvang is er in droge periodes genoeg water beschikbaar en kan verzilting worden tegengegaan.

Ondersteuning voor boeren

Veel boeren zijn al langer bewust bezig met het ‘voeden’ van de bodem en het stimuleren van biodiversiteit. Het streefbeeld en actieplan helpen hen hier de komende jaren inhoudelijk én financieel bij, omdat ze richting geven aan de verdeling van middelen.

Samenwerkingspartners

  • Agrarisch Collectief WaadrâneKollektyf
  • WestergoCollectief Midden-Groningen
  • LTO-Noord
  • Fjildlab